Prothese op implantaten: de procedure

Een kunstgebit op implantaten (of een kroon op een implantaat) kan een hele uitkomst zijn. Om een prothese op implantaten te laten maken, bent u echter wel even bezig. De hele procedure beslaat meestal een aantal maanden en bestaat uit verschillende stappen.

Stap 1: consult

De eerste stap bij het aanmeten van een prothese op implantaten, is het consult bij een tandarts of tandprotheticus. De behandelaar onderzoekt tijdens het consult of het plaatsen van implantaten mogelijk en wenselijk is. Daarbij wordt gekeken naar de volgende aspecten:

  • Is het kaakbot geschikt voor het plaatsen van implantaten?
  • Hoe groot is de kans op genezing na het implanteren?
  • Is de patiënt in staat om de implantaten goed te verzorgen?
  • Is een prothese op implantaten de beste oplossing voor de patiënt?

De situatie wordt beoordeeld aan de hand van een gesprek, een mondonderzoek en aanvullende röntgenfoto’s. Implantaten zijn niet altijd de beste oplossing. Het kan bijvoorbeeld ook zijn dat u gewoon met een nieuw kunstgebit of een gedeeltelijk kunstgebit net zo goed, of misschien zelfs beter geholpen bent. Is een prothese op implantaten inderdaad de beste optie, dan zal de tandarts of tandprotheticus de behandeling aanvragen bij uw verzekeraar. Het kan een poosje duren voordat de machtiging verstrekt is.

Stap 2: (eventueel) een kaakbotopbouw

Om implantaten te kunnen plaatsen, moet het kaakbot een bepaalde dikte hebben. Is uw kaakbot teveel geslonken, dan kan een kaakchirurg dit oplossen met behulp van een botreconstructie. Dat is een operatie waarbij er een stukje bot van elders uit het lichaam (bijvoorbeeld vanuit de kin of het bekken) getransplanteerd wordt naar de kaak. Een kaakchirurg kan er ook voor kiezen om kunstbot te gebruiken voor deze ingreep. In sommige gevallen kunnen de implantaten direct tijdens de botreconstructie worden geplaatst. Meestal moet het getransplanteerde bot echter eerst goed vastgroeien voordat de arts kan implanteren. Dat duurt een paar maanden. Heeft u geen kaakopbouw nodig, dan scheelt dat uiteraard heel veel in de hele procedure van een prothese op implantaten.

Stap 3: het plaatsen van de implantaten

Als het nieuwe kaakbot is vastgegroeid (of als u deze operatie niet nodig heeft), kunnen de implantaten erin gezet worden. Soms worden er vier implantaten geplaatst, soms twee, een enkele keer drie. Dit is afhankelijk van de hoogte en de vorm van de kaak. Deze ingreep wordt poliklinisch uitgevoerd onder plaatselijke verdoving. Implantaten kunnen op twee manieren worden geplaatst:

  • Eénfase-implantaat: het implantaat wordt in het kaakbot gezet, waarbij het een stukje boven het tandvlees uitsteekt. Hierop wordt later de prothese bevestigd.
  • Tweefase-implantaat: het implantaat wordt in het kaakbot gezet, waarna het tandvlees over het implantaat wordt gehecht. Er steekt dus niets boven het tandvlees uit. Na een aantal weken, als het implantaat goed is vastgegroeid, wordt het tandvlees geopend en wordt er een ‘abutment’ (soort kapje) op het implantaat gezet waarop de prothese wordt bevestigd.

In de meeste gevallen wordt er gekozen voor een eenfase-implantaat. Het voordeel is dat het tandvlees dan niet meer hoeft worden opengesneden.

Napijn na implanteren

Na het plaatsen van de implantaten, kunt u last krijgen van napijn. Uw behandelaar geeft u reepten mee voor pijnstillers (zoals ibuprofen), een coldpack en mondspoelmiddel (meestal chloorhexidine, bekijk aanbod, aff.) dat u de eerste dagen moet gebruiken. Het kan ook zijn dat u van uw behandelaar een recept voor een antibioticakuur meekrijgt. Dit is om te voorkomen dat de kaak gaat ontsteken.

Stap 3: vastgroeien

De geplaatste implantaten moeten eerst goed vastgroeien in het bot voordat ze kunnen worden belast. Het vastgroeien van implantaten duurt ongeveer drie maanden voor de onderkaak en zes maanden voor de bovenkaak. In de tussentijd mag u de implantaten niet of nauwelijks belasten. Krijgt u een volledig kunstgebit op implantaten, dan mag u een aantal weken uitsluitend zacht voedsel eten. Wel kunt u in deze periode uw oude gebit dragen. U hoeft dus niet tandeloos over straat. De tandarts of tandprotheticus zal de prothese wel eerst aanpassen, zodat de implantaten niet worden belast.

Stap 4: het maken van de prothese en suprastructuur

Tijdens het vastgroeien van de implantaten maakt het tandtechnisch laboratorium uw kunstgebit en de suprastructuur. De suprastructuur is de constructie waarmee de prothese op de implantaten wordt vastklikt. De meest voorkomende suprastructuur is een ’bar’ of ’dolderstaaf’. Dit is een metalen hekje dat de implantaten met elkaar verbindt. Ook is het mogelijk om drukknopjes of magneten te gebruiken om het klikgebit te bevestigen. In overleg met uw behandelaar kiest u voor een van deze systemen. Daarnaast overlegt u met uw behandelaar en/of een tandtechnicus over de vorm en kleur van de tanden voor de prothese. Voor het maken van de suprastructuur en het nieuwe gebit zult u minimaal vijf keer wekelijks een afspraak krijgen. Daarna is uw prothese op implantaten klaar.

Stap 5: het plaatsen van de prothese op de implantaten

Als de implantaten goed zijn vastgegroeid en de suprastructuur en prothese zijn klaar, dan kan het gebit eindelijk geplaatst worden. Uw behandelaar legt uit hoe u de prothese indoet/uitneemt en goed schoonhoudt. Een goede verzorging van de prothese en de implantaten zijn belangrijk: implantaten zijn gevoelig voor ontstekingen als er niet goed wordt gepoetst. Een goede verzorging van het kunstgebit en de mondholte helpt bovendien een slechte adem te voorkomen.

Een prothese op implantaten in één dag

Sommige behandelaars maken voor u een prothese op implantaten in één dag, zodat u nooit zonder tanden loopt. De prothese wordt dan van te voren gemaakt in vijf afspraken. Op de dag van de ingreep worden ’s morgens de implantaten geplaatst en wordt er eventueel een afdruk genomen voor de dolderstaaf. Deze dolderstaaf wordt dan direct in het laboratorium vervaardigd en ’s middags tegelijk met de prothese op de implantaten geplaatst. Deze methode heeft voordelen maar ook nadelen. Zo is er bijvoorbeeld een verhoogd risico dat de implantaten niet goed vastgroeien.