De 5 meest voorkomende kunstgebit problemen

Miljoenen Nederlanders dragen een kunstgebit. De meeste van hen zijn tevreden over hun gebitsprothese. Maar helaas gaat het niet bij iedereen van een leien dakje. Sommige mensen ondervinden problemen met het kunstgebit, zoals pijn of andere ongemakken. Gelukkig valt er vaak iets aan te doen. We zetten de vijf meest voorkomende kunstgebit problemen én de oplossingen voor u op een rij.

1. Het kunstgebit zit te los

Niets zo irritant als een kunstgebit dat snel losschiet, scheef gaat zitten of – erger nog – uit de mond valt tijdens het lachen, eten of praten. Een loszittend gebit is een van de meest voorkomende kunstgebit problemen. De oorzaak ligt echter niet bij het kunstgebit, maar bij de kaak: die verandert langzaam maar zeker van vorm, waardoor de prothese op een gegeven moment niet meer goed past.

Waarom gaat een kunstgebit loszitten?

Als u een kunstgebit krijgt, worden uw eigen tanden en kiezen, voor zover die nog aanwezig waren, getrokken. Nu de wortels van het gebit verdwenen zijn, heeft het kaakbot niets meer vast te houden. Daardoor wordt het steeds dunner. De tandarts of tandprotheticus maakt het kunstgebit op basis van uw kaak zoals die eruit zag vlak voor of na het trekken van de tanden en kiezen. Vanaf dat moment beginnen de kaken dus te slinken. Hierdoor wordt de prothese na een poosje te wijd en zit het niet meer stevig in de mond.

Wat te doen aan een loszittend kunstgebit?

Als u merkt dat uw kunstgebit niet meer zo stevig zit, zijn er een paar oplossingen:

  • Kleefpasta of kleefpoeder gebruiken: Kleefmiddelen kunnen ervoor zorgen dat het gebit net even wat beter vast blijft zitten. Op zich is hier niets mis mee, maar het is natuurlijk geen blijvende oplossing. Vooral als de ruimte tussen prothese en de kaak groter wordt, werkt kleefpasta of kleefpoeder niet voldoende.
  • Het kunstgebit rebasen: De tandarts of tandprotheticus kan het kunstgebit herstellen door middel van een rebasing. De prothese wordt dan aan de binnenkant voorzien van een zachte voering, waardoor het beter aansluit op de kaak. Dit kan vaak langere tijd helpen.
  • Geheel nieuw kunstgebit: Als het kunstgebit echt niet meer past en ook een rebasing niet helpt, dan moet er een nieuwe prothese worden gemaakt. De basisverzekering vergoedt een nieuw kunstgebit echter maar eens in de zoveel tijd. Check met uw zorgverzekeraar of u in aanmerking komt voor een geheel nieuw kunstgebit.
  • Overstappen op een klikgebit: Een klikgebit, oftewel een kunstgebit op implantaten, kan niet losschieten of scheeftrekken. De prothese zit namelijk stevig vastgeklikt aan metalen staafjes in de kaak. De zorgverzekeraar vergoedt een klikgebit als uw kaken dermate zijn geslonken dat een ‘gewoon’ kunstgebit geen optie meer is. Uw tandarts kan inschatten of u in aanmerking komt voor deze ingreep.

2. Pijn in de mond door het kunstgebit

Na het aanmeten van het eerste kunstgebit, kunt u aardig wat last hebben van pijn. Dat komt niet alleen door het trekken van de tanden en kiezen, maar ook omdat uw mond moet wennen aan de prothese. Vooral de eerste periode kunt u last hebben van pijnklachten, bijvoorbeeld door een snijdend randje of een drukkend gevoel op het tandvlees.

Maar ook bij een kunstgebit dat al wat langer in de mond zit, kunt u ineens weer last krijgen van pijn. In dat geval gaat het meestal om een kunstgebit dat niet meer optimaal past. Hierdoor kan de prothese gaan knellen of schuiven, wat het tandvlees flink kan irriteren. Hierdoor kunt u misschien ook moeilijker eten of praten met een kunstgebit.

Wat te doen bij pijn in de mond door het kunstgebit?

Bij pijn in de mond door het kunstgebit, kunnen de volgende oplossingen helpen:

  • Pijnstillers: Heeft u last van pijn bij het wennen aan uw nieuwe kunstgebit, dan kunnen paracetamol of ontstekingsremmende pijnstillers  goed helpen. Werkt dit niet voldoende, overleg dan met de tandarts.
  • Kunstgebit laten aanpassen: Blijven de pijnklachten aanhouden, of gaat het om pijnklachten die na verloop van tijd ontstaan, ga dan even langs de tandarts of tandprotheticus. Deze kan het kunstgebit bijslijpen zodat het niet langer knelt of snijdt.

3. Slecht kunnen eten met kunstgebit

Slecht kunnen eten behoort tot de meest voorkomende kunstgebit problemen. Vooral in de wen-fase kan eten behoorlijk lastig zijn. U moet leren bijten, kauwen en slikken met een mond vol kunsttanden. Daarbij drukt de prothese op het tandvlees en dat kan vervelend voelen. Krijgt u moeite met eten als u het kunstgebit al een poosje heeft? Dan kan het zijn dat de prothese niet meer zo goed past. Hierdoor schiet het gebit sneller los tijdens het kauwen, of er komen voedselresten onder de prothese.

Wat te doen bij eetproblemen met een kunstgebit?

Kunt u slecht eten met het kunstgebit, dan kan het volgende helpen:

  • Oefenen: Heeft u nog maar pas een kunstgebit, dan is het vaak een kwestie van oefenen. Probeer eerst vooral zachte dingen te eten en begin met kleine porties. Snijdt het voedsel in kleine stukjes zodat u niets hoeft af te bijten.
  • Laat het kunstgebit aanpassen: Kon u eerst wel goed eten met het kunstgebit, maar krijgt u ineens problemen? Dan is de kans groot dat uw kunstgebit niet goed meer past. De tandarts of tandprotheticus kan het gebit aanpassen door middel van een rebasing zodat het beter blijft zitten tijdens het eten.

4. Slechte adem door kunstgebit

Een slechte adem door een kunstgebit wordt vaak veroorzaakt door een slechte hygiëne. Vooral voedselresten die onder de prothese blijven zitten, kunnen een vervelende geur veroorzaken. Daarnaast kunt u van een kunstgebit soms een droge mond krijgen. Ook dat kan leiden tot een slechte adem.

Wat te doen bij een slechte adem door het kunstgebit?

Een stinkende adem is grotendeels te voorkomen met de volgende tips:

  • Houd het kunstgebit en uw mondholte goed schoon: Reinig het kunstgebit dagelijks met een goede borstel en een zacht reinigingsmiddel (aff.). Uw tandvlees en tong kunt u bijvoorbeeld poetsen met een mondmassageborstel (aff.). Poets ook de achterkant van uw tong of gebruik een tongschraper (aff.). Heeft u een klikgebit? Poets dan extra goed rond de implantaten.
  • Spoelen: Spoel uw mond en kunstgebit na iedere maaltijd. Zo blijven er minder voedselresten achter.
  • Verwijder aanslag: Verwijder aanslag van het kunstgebit. Leg uw prothese bijvoorbeeld eenmaal per week in een badje met een speciaal reinigingsmiddel dat afrekent met hardnekkige tandsteenaanslag, vlekken en bacteriën. Bekijk hier de bol.com pagina met de meest gangbare reinigingsmiddelen.
  • Drink voldoende water: Water hydrateert de slijmvliezen zodat u minder snel last krijgt van een droge mond.

5. Misselijk door kunstgebit

Van alle kunstgebit problemen is dit misschien wel de vervelendste: sommige mensen worden misselijk van hun kunstgebit. Dat wordt meestal veroorzaakt door de gehemelteplaat van de bovenprothese. Soms gaat de misselijkheid na verloop van tijd vanzelf voorbij, als de mondholte gewend is aan het kunstgebit. Helaas blijven sommige mensen klachten houden. Die kunnen variëren van kokhalsneigingen tot voortdurende misselijkheid.

Wat te doen bij misselijkheid door een kunstgebit?

Bent u misselijk door het kunstgebit en wordt dat na de wenperiode niet minder, dan zijn er een paar opties:

  • Kunstgebit laten aanpassen: De tandarts of tandprotheticus kan de verhemelteplaat van het bovengebit wat inkorten. Daardoor loopt het plaatje wat minder ver door naar achteren. Bij veel mensen lost dit de klachten direct op.
  • Overstappen op implantaten: Een kunstgebit op implantaten (klikgebit) heeft geen verhemelteplaat. Hierdoor blijft het gehemelte vrij en verdwijnt de misselijkheid. Uw tandarts weet of u in aanmerking komt voor een klikgebit.
  • Allergie: Een enkele keer heeft iemand een allergische reactie op het kunstgebit. De tandarts kan dan een hypoallergeen kunstgebit laten maken met andere materialen. Een kunstgebitallergie komt echter zelden voor.

Lees het artikel Misselijk door kunstgebit voor meer informatie en tips.

Aanhoudende of andere kunstgebit problemen

Blijven uw kunstgebit klachten aanhouden, worden ze erger of heeft u last van andere kunstgebit problemen, overleg dan altijd even met uw tandarts of tandprotheticus. Mensen met diabetes en een kunstgebit moeten extra voorzichtig zijn: raadpleeg uw tandarts zodra u last krijgt van klachten.