Een nieuw kunstgebit is even wennen. Uw mond lijkt ineens zo vol! In het begin voelt alles vreemd: praten, lachen, eten, misschien zelfs slikken. Dat komt omdat de gevoelszenuwen in de mondholte en tong hebben tijd nodig om vertrouwd te raken met de nieuwe elementen. Dit kan een poosje duren. Tijdens deze periode merkt u misschien dat het praten met een kunstgebit een beetje vreemd klinkt. Dat gebeurt wel vaker en kan verschillende oorzaken hebben, zoals:
- Wennen. De mondspieren moeten zich aanpassen aan de nieuwe situatie;
- Pijn. Het kunstgebit veroorzaakt pijnklachten waardoor u moeilijker praat;
- Pasvorm. Het kunstgebit past niet goed en dat maakt het praten een stuk lastiger. Dit komt niet alleen voor bij een nieuw kunstgebit, maar kan ook gebeuren als u het kunstgebit al een poosje heeft.
We bespreken al deze oorzaken in dit artikel en geven u bovendien tips om het praten met een kunstgebit te vergemakkelijken.
Wennen aan het praten met een kunstgebit
Voordat u uw kunstgebit kreeg, zagen uw tanden en kiezen er anders uit. U had misschien nog maar een paar eigen tanden, of er misten een paar elementen. Uw mond – en daardoor ook uw articulatie- heeft zich daar in de loop van de tijd op aangepast. Nu het kunstgebit er is, en u weer een volledige rij tanden en kiezen heeft, moet de spraak zich weer opnieuw aanpassen. Uw mond maakt bij het praten de bewegingen die het gewend is, maar de geluiden die u produceert, kunnen dan ineens een beetje vreemd klinken. Veel mensen met een nieuw kunstgebit gaan in het begin bijvoorbeeld een beetje slissen. Na verloop van tijd past de mondmotoriek zich aan en gaat praten met een kunstgebit gelukkig steeds beter.
Sneller wennen aan praten met een kunstgebit (tip!)
U went sneller aan het praten met een kunstgebit als u veel oefent. Hoe meer u praat, hoe sneller uw uitspraak weer normaal is. Heeft u geen zin om slissend en slobberend tegen anderen te praten, oefen dan als u alleen bent. Lees bijvoorbeeld hardop. De krant, een boek, de ondertiteling van een televisieprogramma; het maakt niet uit wat u leest, als u het maar hardop doet. Door het praten, oefent u uw mondmotoriek. U zult merken dat u met sprongen vooruit gaat!
Praten met een kunstgebit doet pijn
Bij het krijgen van een kunstgebit of gedeeltelijke prothese, worden eerst de resterende eigen tanden en kiezen getrokken. Hierdoor ontstaan er wonden die moeten genezen. U zou misschien denken dat uw zere kaken hiervoor rustig de tijd krijgen, maar dat is niet zo: de tandarts plaatst direct het nieuwe kunstgebit over de wonden heen. Dat moet, om te voorkomen dat het kaakbot teveel slinkt. Bovendien functioneert het nieuwe kunstgebit als een soort drukverband op de wonden, en dat versnelt het genezingsproces. Vandaar dat het kunstgebit direct wordt geplaatst, ook al doet uw mond nog pijn.
Ook nadat de wonden van het trekken genezen zijn, kunt u pijnklachten hebben. Het kunstgebit kan op sommige plekjes net even wat minder goed passen en daardoor knellen en drukpijn geven. De tandarts of tandprotheticus kan dit eenvoudig oplossen door de vorm van het kunstgebit wat bij te werken. De pijn verdwijnt daardoor meestal direct.
Praten met pijn is lastig. U heeft de neiging om de pijnlijke plekken te ontzien, waardoor u uw tong anders beweegt. De klanken die geproduceerd worden tijdens de spraak kunnen daardoor wat vervormen.
Wat te doen aan pijn bij het praten met een kunstgebit
Pijnklachten als gevolg van het trekken van het oude gebit, kunt u bestrijden met pijnstillers. De tandarts heeft u als het goed is hierover geïnformeerd. Paracetamol is de veiligste manier om pijn te bestrijden. Soms adviseert de tandarts om een ontstekingsremmende pijnstiller (een zogenaamde NSAID) te gebruiken, zoals ibuprofen. Houdt de pijn lang aan of wordt deze erger, neem dan altijd even contact op met de praktijk.
Gaat het om pijnklachten als gevolg van drukpijn, maak dan een afspraak met de tandarts of tandprotheticus om het kunstgebit te laten bijwerken.
Tip: Probeer om in ieder geval te blijven praten met het kunstgebit, ook als u pijnklachten heeft. Uw mond moet wennen aan de nieuwe situatie en dat duurt langer als u helemaal niet meer praat.
Lastig praten met kunstgebit door slechte pasvorm
Als een kunstgebit niet goed zit, kan het gaan schuiven. Heel vervelend, want daardoor heeft u constant het idee dat uw gebit los kan schieten. Als gevolg hiervan gaat u anders praten. U zuigt het kunstgebit misschien vaker aan of beweegt uw tong voorzichtiger tijdens het spreken. Dit kan ervoor zorgen dat uw uitspraak verandert. U slist bijvoorbeeld meer of heeft de neiging om uw hand voor uw mond te houden waardoor u moeilijker verstaanbaar bent voor uw omgeving. Uw kunstgebit kan een slechte pasvorm hebben doordat het niet helemaal goed is opgemeten. Het kan ook voorkomen dat het kunstgebit in de loop van de tijd losser gaat zitten. Dit komt omdat de vorm van de kaken in de loop der jaren iets verandert.
Wat te doen bij spraakproblemen door een slechte pasvorm?
Als uw kunstgebit maar een klein beetje schuift, kunt u gebruik maken van een kleefpasta of -poeder. Dit kan net dat beetje extra kleefkracht geven, waardoor u weer goed kunt praten met het kunstgebit. Helpt dit niet, blijf dan niet te lang aanmodderen. Zodra u merkt dat het kunstgebit niet goed (meer) aansluit op uw kaken, is het tijd om de tandarts of tandprotheticus te bellen. Hij of zij kan dan zo snel mogelijk bekijken wat het probleem is en het kunstgebit aanpassen. Wilt u een kunstgebit dat nooit meer schuift en altijd op zijn plaats blijft zitten, dan is een kunstgebit op implantaten een goede oplossing.